Saldo melkveebedrijven stijgt verder door sterke melk- en veeprijzen

De belangrijkste oorzaak voor het hogere saldo is de gestegen melkprijs. Die liep na een korte daling in het eerste kwartaal van 2025 weer op en bleef in april en mei 1 euro onder het hoge piekniveau van eind 2024.
Tegelijkertijd brachten ook de verkoop van slachtkoeien en kalveren meer op dan gebruikelijk. De opbrengst van kalveren lag in mei een factor 3,5 zo hoog als het gemiddelde van de afgelopen jaren. Slachtkoeien brachten 90 procent meer op dan het langjarig gemiddelde.
Het gestandaardiseerde bedrijf is een bedrijf van 117 melkkoeien met een gemiddelde melkproductie van 9.080 liter per koe.
Krachtvoer duurder
De kosten die direct aan de productie zijn toegerekend bleven vrijwel gelijk. De krachtvoerprijs lag 16 procent boven die van vorig jaar, maar maïs en hooi lieten nauwelijks verschil zien. Mede hierdoor kon het hogere prijsniveau van melk en vee vrijwel direct worden vertaald naar een hoger saldo.
Op jaarbasis is het saldo eveneens in de lift. Na een daling in 2023 – toen de melkprijs terugviel onder het niveau van een jaar eerder – trok het voortschrijdend jaarsaldo vanaf het voorjaar van 2024 weer aan. In mei 2025 was het jaarsaldo met 38.900 euro bijna op hetzelfde hoge niveau als tijdens de piek van twee jaar geleden.
Ondanks licht lagere melkaanvoer in het eerste kwartaal bleef de productie per koe goed op peil. In combinatie met de gunstige prijzen leidde dit tot een stevig cumulatief saldo in de eerste vijf maanden van 2025. Dat ligt 73 procent boven het langjarig gemiddelde.

Tekst: Stefan Buning
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in de Achterhoek. Sinds 1998 werkzaam als redacteur bij Agrio. Als chef Melkvee is hij samen met zijn team verantwoordelijk voor het kritisch volgen van alles wat er in en om de melkveehouderij in Nederland gebeurt.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Agrimatie