Sensoren detecteren blauwtong bij melkvee al voordat symptomen zichtbaar worden

In het najaar van 2023 dook BTV-3 onverwachts op in Nederland. Hoewel aanvankelijk vooral bij schapen ernstige symptomen werden gezien, bleken ook runderen besmet, vaak zonder duidelijke klinische verschijnselen.
Onderzoekers van de Universiteit Utrecht, Royal GD en Wageningen Bioveterinary Research volgden 18 besmette koeien van de boerderij van de faculteit diergeneeskunde ‘De Tolakker’ gedurende een half jaar met PCR-testen én sensordata van het automatisch managementsysteem SenseHub van MSD Animal Health.
Op de boerderij werden op 4 september 2023 de eerste klinische verschijnselen van blauwtong vastgesteld bij schapen. Daarop besloot het onderzoeksteam op 19 september ook de runderen op het erf intensief te monitoren. Zeker omdat rundvee een belangrijke rol kan spelen als virusreservoir.
Vroegtijdige signalering via sensoren
Uit de studie blijkt dat het gedrag van koeien, gemeten via sensoren, al zes tot negen dagen voor de eerste klinische symptomen veranderde. Minder herkauwen, minder vreten en meer variatie in gedrag bleken vroegtijdige signalen van de besmetting met BTV-3. Want hoewel de 51 koeien op 19 september nog geen klinische symptomen vertoonden van blauwtong, bleek 45 procent van hen al PCR-positief. Pas op 25 september vertoonden tien melkkoeien de eerste klinische verschijnselen.
De runderen bleven gemiddeld 24 tot 28 weken PCR-positief, wat wijst op langdurige aanwezigheid van viraal genetisch materiaal in het bloed. Of de dieren in die periode ook daadwerkelijk besmettelijk waren voor knutten (en dus voor soortgenoten), is niet vastgesteld. Virusdeeltjes blijven lang aan rode bloedcellen gebonden, maar het is onbekend of deze nog infectieus zijn.
Bij zeven onderzochte koe-kalfparen werd géén overdracht van het virus via de moeder vastgesteld, ondanks dat de moeders op het moment van afkalven PCR-positief waren.