
Gezonde koeien, minder ziekte: dit moet je weten over vaccineren
Wat is het doel van vaccineren?
Het doel van vaccineren is om het immuunsysteem van het dier voor te bereiden op een mogelijke infectie. Door een vaccin toe te dienen, leert het lichaam de ziekteverwekker herkennen en er sneller en krachtiger op te reageren. Zo wordt de kans op ziekte kleiner, of verloopt een infectie milder.
Maar: vaccinatie is niet hetzelfde als immunisatie. Een vaccin werkt alleen goed als het op het juiste moment, op de juiste manier en onder de juiste omstandigheden wordt toegediend.
Hoe werkt het immuunsysteem?
Het immuunsysteem bestaat uit twee delen:
- Aangeboren afweer: de eerste, snelle reactie op indringers.
- Verworven afweer: een specifiekere reactie die het lichaam leert na contact met een ziekteverwekker of vaccin.
Vaccins activeren vooral de verworven afweer. Dit proces kost energie. Tijdens een immuunreactie verbruikt het lichaam veel glucose, wat tijdelijk ten koste kan gaan van bijvoorbeeld melkproductie. Daarom is het belangrijk om te vaccineren op een moment dat het dier in goede conditie is.
Wanneer werkt een vaccin goed?
Een vaccin werkt alleen optimaal als je rekening houdt met een aantal factoren:
- Gezondheid van het dier: een ziek of gestrest dier reageert minder goed op een vaccin.
- Voeding en darmgezondheid: de darm is een belangrijk onderdeel van het immuunsysteem. Verstoring van de darmflora of schade aan de darmwand kan de afweer verzwakken.
- Leeftijd en timing: jonge kalveren hebben een nog onvolgroeid afweersysteem. Overleg met je dierenarts wat het juiste moment is om te starten met vaccineren, afhankelijk van het type vaccin en de situatie op je bedrijf.
- Toediening en opslag: vaccins moeten correct worden bewaard en toegediend. Fouten hierin zijn een veelvoorkomende oorzaak van vaccinatiefalen.
Praktische tips: de ABC’s van vaccineren
Een handige vuistregel voor een goede vaccinatiestrategie:
- A – Altijd meerdere doses: één prik is zelden genoeg. Meestal zijn 2 tot 3 doses nodig voor een goede basisimmuniteit.
- B – Booster op tijd: herhaal de vaccinatie op het juiste moment (vaak na 3 tot 6 weken).
- C – Correct gebruik: let op houdbaarheid, opslagtemperatuur en toedieningstechniek.
Let op levergezondheid
De lever speelt een belangrijke rol in de afweer. Bij overbelasting, bijvoorbeeld door koperstapeling, kan de lever minder goed functioneren. Dit maakt dieren vatbaarder voor infecties. Laat bij twijfel de koperstatus van je veestapel controleren en stem het rantsoen hierop af.
Tot slot
Vaccineren is geen garantie tegen ziekte, maar wel een krachtig hulpmiddel in het gezondheidsmanagement van je koppel. Overleg met je dierenarts over een passend vaccinatieschema en zorg dat de basis – voeding, huisvesting en diergezondheid – op orde is. Zo haal je het maximale uit je vaccinatiestrategie.
Wilt u meer informatie over effectief vaccineren op uw bedrijf? Neem dan contact op met een van onze dierenartsen: Jessica Hartjes, 06-3800 8533 (Nederland), Niels Groot Nibbelink (Zuid Nederland) 06-8100 2036, Anne-Miek Timmermans (Midden Nederland) 06-1370 2817, Sabine Hoogeveen (Noord-West Nederland) 06-8279 0165 of Anne-Lynn Geertshuis (Noord-Oost Nederland) 06-2046 9304.
Tekst: Hipra
Beeld: Hipra
Bron: Hipra