Biologisch aanzuren van mest: grote emissiereductie en meer groengas

Bij biologisch aanzuren wordt een makkelijk afbreekbaar organisch product toegevoegd aan de mest. Hierdoor ontstaat op natuurlijke wijze melkzuur, waardoor de mest verzuurt tot een pH van ongeveer 5 à 5,5. Dit remt emissies uit stallen sterk af en maakt de mest geschikter voor efficiënte vergisting.
Op het melkveebedrijf met een ligboxenstal met roostervloer in Groningen is ruim een half jaar lang het biologisch aanzuren van mest getest door toevoeging van het snel afbreekbare melasse aan de mestput en de inzet van deze mest voor het winnen van biogas/groengas.
Resultaten uit de praktijk
Puntmetingen in de stal en incubatiemetingen door het NMI en Sanovations laten zien dat zowel ammoniak- als methaanemissies uit mest met meer dan 90 procent afneemt. Spoelen van de roostervloer met de zure dunne fractie levert aanvullende reductie op. De vergisting van aangezuurde mest verdubbelde bovendien de biogasopbrengst tot circa 50 kuub per kuub mest in de helft van de tijd.
De verblijfsduur van de aangezuurde mest in de vergister daalt van 35 tot 42 dagen naar ongeveer 12 dagen. Dit geldt voor zowel de aangezuurde mest als voor de dunne fractie van aangezuurde mest die wordt verkregen na mestscheiding.
Bestaande mono-mestvergisters kunnen door deze methode meer mest verwerken, en nieuwe installaties kunnen tot drie keer kleiner worden uitgevoerd. Uit het onderzoek bleek ook dat door de lage pH het fosfaat in oplossing blijft. Na scheiding komt dit vooral in de dunne fractie terecht, die tot 3,5 keer geconcentreerd kan worden voor export. Aanvullend onderzoek naar een sterkere verhoging dan nu het geval is, wat een gunstig effect zou hebben op transportkosten bij export, moet dit verder uitwijzen, stellen de onderzoekers.
Economische perspectieven
Volgens scenarioberekeningen biedt vergisting van biologisch aangezuurde mest, in combinatie met stikstofstrippen (voor het afscheiden van minerale stikstof, een toekomstige Renure-meststof), de meeste voordelen qua emissiereductie, stikstofbenutting en groengasproductie. Zeker bij grootschalige toepassingen – bijvoorbeeld mesthubs voor meer dan 3.000 koeien – wordt de techniek economisch aantrekkelijk. Met de verwachte bijmengverplichting in 2027 kan deze methode al rendabel zijn voor bedrijven met 600 tot 1.200 koeien, stellen de onderzoekers.