Melkvee.nl logo

  • Menu
  • Nieuws
    • Home
    • Economie

      Subcategorieën

      • Trends
      • Markt
      • Agribusiness
      • Maatschappij
    • Beleid

      Subcategorieën

      • Politiek
      • Zuivel
    • Stal

      Subcategorieën

      • Staltypen en inrichting
      • Automatisering
      • Melkwinning
    • Voer

      Subcategorieën

      • Ruwvoer
      • Mengvoer en bijproducten
      • Weidegang
      • Bodem en bemesting
      • Gewas
      • Oogst
      • Voeren
    • Gezondheid

      Subcategorieën

      • Aandoeningen
      • Medicijnen
      • Ziektepreventie
    • Fokkerij

      Subcategorieën

      • Fokwaarden
      • Paringssystemen
      • Rassen/kruisen
      • Evenementen
    • Jongvee

      Subcategorieën

      • Gezondheid
      • Huisvesting
      • Voeding
    • Mechanisatie

      Subcategorieën

      • Voederwinning en bemesting
      • Voeren
      • Tractoren, shovels en verreikers
    • Sterke Erven
  • Marktcijfers
  • Video's
  • Dossiers
  • Kennispartners
  • Vakblad
    • Vakblad
    • Jaargangen
    • Verschijningsdata
    • Abonneren
    • Sterke Erven
  • Top
  • Evenementen
  • Praktijk
  • Het LeerErf
  • Sterke Erven
  • Sterke Erven
NieuwsBeleidNatuurinclusief boeren biedt stabiel inkomen, maar vraagt goede randvoorwaarden

Natuurinclusief boeren biedt stabiel inkomen, maar vraagt goede randvoorwaarden

Extensieve en biologische melkveehouders hebben gemiddeld lagere kosten en een stabieler inkomen dan gemiddelde bedrijven. Dat blijkt uit het onderzoek Onder de Streep 2025, gebaseerd op gegevens van 88 melkveebedrijven verspreid over Nederland. De onderzoekers concluderen dat een natuurinclusieve bedrijfsvoering zowel economische als ecologische voordelen kan opleveren, mits randvoorwaarden zoals betaalbare grond goed zijn geregeld.

Uit het donderdag gepubliceerde onderzoek blijkt dat extensieve bedrijven weliswaar lagere melkopbrengsten per hectare realiseren, maar dit compenseren met relatief hogere inkomsten uit andere bronnen, zoals vleesverkoop, beheervergoedingen (Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer, ANLb), bedrijfstoeslagen (inclusief eco-regelingen van het GLB) en nevenactiviteiten. Biologische melkprijzen zijn over het algemeen stabieler dan gangbare prijzen.

De toegerekende kosten (voor voer, gewas, vee, mestafzet) liggen aanzienlijk lager bij extensieve bedrijven – soms bijna de helft lager dan bij de gemiddelde groep. Dit komt doordat zij minder externe inputs gebruiken (zoals krachtvoer, bijproducten en kunstmest) en met een lagere veedichtheid grondgebonden produceren, waardoor er geen mest hoeft te worden afgevoerd.

Uit het onderzoek blijkt ook dat de niet-toegerekende kosten relatief gelijk zijn tussen de verschillende intensiteitsgroepen (zie kader). Dit vormt een uitdaging voor extensieve bedrijven, aangezien hun lagere opbrengsten en melkproductie niet gepaard gaan met lagere vaste kosten. De niet-toegerekende kosten zijn kosten die niet direct gerelateerd zijn aan de intensiteit van de melkproductie, zoals afschrijvingen op activa (stallen, machines), accountantskosten en algemene bedrijfskosten.

Wat doen deze bedrijven anders?

Een eenduidige definitie van natuurinclusieve landbouw is lastig te geven, maar doorgaans wordt daaronder een aanpak verstaan waarbij natuur, milieu en leefomgeving expliciet worden geïntegreerd in de bedrijfsvoering. Voedselproductie vindt daarbij plaats binnen de grenzen van de natuurlijke draagkracht en draagt bij aan het herstel en behoud van biodiversiteit.

Hoewel natuurinclusieve landbouw veel overeenkomsten vertoont met biologische landbouw – zoals het vermijden van kunstmest en veel weidegang – zijn ze niet identiek. Sommige reguliere bedrijven werken zeer natuurinclusief, terwijl niet alle biologische bedrijven dit per definitie zijn.

Uit het onderzoek blijkt dat bedrijven die succesvol natuurinclusief opereren, bewust kiezen voor onder meer kleinschaligere veestapels met robuustere rassen. Daarnaast hanteren zij een soberder voerschema, vaak gebaseerd op veel eiwit van eigen land. Ook pachten ze regelmatig natuurland, al dan niet via terreinbeherende organisaties. Een ander kenmerk is het ruime gebruik van weidegang – gemiddeld 2.700 tot 2.830 uur per jaar. Veel van deze bedrijven genereren daarnaast extra inkomsten via beheerpakketten en neventakken zoals korte ketens, educatie en recreatie.

Externe factoren

Extensieve en biologische melkveebedrijven zijn minder gevoelig voor prijsschommelingen op de wereldmarkt dan gangbare bedrijven, doordat de biologische zuivelmarkt kleinschaliger en stabieler is. Toch staat het verdienmodel van deze bedrijven onder druk door externe factoren. Zo leidt de afschaffing van de derogatie tot een grotere vraag naar grond voor mestafzet, terwijl de concurrentie met andere vormen van grondgebruik – zoals boomkwekerijen, sierteelt en woningbouw – de grondprijzen verder opdrijft. Vooral bedrijven met kortlopende pachtcontracten ondervinden hier nadelige gevolgen van.

Daarnaast zorgt beleid dat stuurt op prestaties per hectare – bijvoorbeeld op het gebied van ammoniakuitstoot – voor extra druk op schaarse grond. Tegelijkertijd belonen zuivelbedrijven broeikasgasreductie vaak per kilogram melk, wat nadelig uitpakt voor extensieve bedrijven: zij presteren per hectare goed, maar hebben per kilogram melk relatief hogere emissies.

Ook de beschikbaarheid van randvoorwaarden speelt een rol. De mogelijkheid om beheervergoedingen te ontvangen via het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) is sterk afhankelijk van de ligging van het bedrijf – zoals de aanwezigheid van weidevogelkerngebieden – én van de beschikbare budgetten. Dit leidt tot aanzienlijke regionale verschillen in de inkomensmogelijkheden voor natuurinclusieve landbouw.

Vier systeemcondities

Voor boeren die succesvol willen ondernemen binnen een natuurinclusief of biologisch verdienmodel, zijn volgens de onderzoekers vier systeemcondities van belang.

Ten eerste is het essentieel dat zij ruimte krijgen om meerdere inkomstenbronnen te ontwikkelen. Dit kan via korte ketens, biologische afzetmarkten met eerlijke prijzen en nevenactiviteiten zoals educatie, zorg of recreatie. Lokaal beleid, met name op het gebied van ruimtelijke ordening, bepaalt in belangrijke mate of deze diversificatie mogelijk is.

Daarnaast is toegang tot betaalbare grond met langetermijnzekerheid cruciaal, zeker gezien het vaak lagere opbrengend vermogen van natuurinclusieve bedrijfsvoering. Pachtcontracten met een langere looptijd kunnen boeren hierin de nodige stabiliteit bieden.

Een derde voorwaarde is een eerlijke beloning voor maatschappelijke diensten, zoals het behoud van biodiversiteit, verbetering van waterkwaliteit of het vastleggen van CO₂. Zulke beloningen – bijvoorbeeld via ANLb of carbon credits – moeten aanvullend zijn en mogen niet ten koste gaan van andere waarden.

Tot slot is het belangrijk dat er ruimte blijft voor diversiteit in bedrijfsmodellen binnen een regio. Niet elk bedrijf past binnen één natuurinclusief model, en juist die verscheidenheid draagt bij aan een veerkrachtig platteland en versterkt regionale samenwerking – bijvoorbeeld tussen melkveehouders en akkerbouwers.

Uitdagingen en aanbevelingen

De overstap naar natuurinclusieve of biologische landbouw brengt diverse uitdagingen met zich mee. Financieringsmodellen zijn vaak gericht op maximale melkproductie, waardoor extensieve systemen financieel minder aantrekkelijk zijn. Bij het inkrimpen van de veestapel blijven stallen deels ongebruikt, wat leidt tot blijvende afschrijvingskosten. Ook zorgen stijgende grondprijzen en het verlies van pachtgrond voor extra druk. Regionale verschillen beperken de toegang tot vergoedingen en afzetmarkten, terwijl biologische regels soms knellen. Certificeringskosten en administratieve lasten zijn hoog en subsidieregelingen vaak complex. Boeren hebben daarom behoefte aan toegankelijke financiering, compensatie voor niet-renderende activa en eenvoudiger beleid dat beter aansluit op hun praktijk en regio, stellen de onderzoekers.

Om de transitie naar natuurinclusieve en biologische melkveehouderij te bevorderen en een robuust verdienmodel te ondersteunen, doen de onderzoekers enkele aanbevelingen aan politiek en beleidsmakers. Vergroot de toegankelijkheid en kostendekkendheid van het ANLb, zodat meer boeren kunnen bijdragen aan biodiversiteit. Bied transitiecoaches en ontwikkeltrajecten aan ter begeleiding van ondernemers. Breid bestaande en nieuwe beleidsinstrumenten uit en zorg voor beloningssystemen die prestaties per hectare erkennen. Compenseer kosten van niet-renderende activa, bijvoorbeeld bij vrijwillige krimp van de veestapel. Stimuleer gebiedsgerichte samenwerking, faciliteer platforms voor ecosysteemdiensten en bied grondzekerheid via langdurige pachtcontracten om duurzame keuzes mogelijk te maken.

Lees hier het hele onderzoek

Onderzoeksaanpak

Het hoofddoel van het Onder de Streep 2025-onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de kosten en baten van natuurinclusieve en biologische bedrijfsvoering in de melkveehouderij, inclusief de bijbehorende succesfactoren en uitdagingen. Het onderzoek beoogt ook de randvoorwaarden te identificeren die nodig zijn voor een levensvatbaar verdienmodel.

Het project opereert op twee schaalniveaus: enerzijds op studiegroepniveau voor dataverzameling en diepgaande trajecten, anderzijds op landelijk niveau voor algemene analyses.

De initiatiefnemers van het onderzoek zijn De Natuurverdubbelaars en Wij.land. Data werden verzameld via studiegroepen, waarbij boeren een Excel-model invulden op basis van hun boekhouding, gecombineerde opgaven en de KringloopWijzer. Deze gegevens zijn gecontroleerd door bedrijfseconomische adviseurs en geanonimiseerd verwerkt voor analyse.

Melkveebedrijven in dit onderzoek zijn ingedeeld in drie groepen op basis van hun meetmelkproductie per hectare, gemeten in kilogrammen. De extensieve groep bestaat uit bedrijven met een productie tot 10.200 kg per hectare. Hun gemiddelde productie komt overeen met het Nederlandse gemiddelde voor biologische bedrijven. Ze kenmerken zich door relatief veel weidegang en een lagere ammoniakuitstoot per hectare.

De tweede groep is de licht extensieve groep: bedrijven met een productie tussen de 10.200 en 16.000 kg meetmelk per hectare. Deze groep wordt soms beschouwd als een transitiegroep, met een mix van biologische bedrijven, conceptmelkbedrijven en bedrijven zonder specifieke certificering. Ze beschikken over relatief minder land dan de extensieve groep, wat een uitdaging vormt. De laatste groep is de gemiddelde groep: melkveebedrijven met een productie van meer dan 16.000 kg per hectare.

Foto van Stefan Buning
Tekst: Stefan Buning

Geboren en getogen op een melkveebedrijf in de Achterhoek. Sinds 1998 werkzaam als redacteur bij Agrio. Als chef Melkvee is hij samen met zijn team verantwoordelijk voor het kritisch volgen van alles wat er in en om de melkveehouderij in Nederland gebeurt.

Beeld: Ellen Meinen

Deel dit artikel
Twitter
Facebook
LinkedIn
WhatsApp
E-mail
Praat mee
Melkvee is ook actief op verschillende social media. Volg ons, blijf altijd op de hoogte van het laatste nieuws en praat mee.
Facebook Twitter LinkedIn Instagram
Nieuwsbrief
Ontvang drie keer per week gratis het belangrijkste nieuws uit de melkveehouderij in jouw mailbox. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Melkvee.nl en bevestig je aanmelding via de toegestuurde mail.
Wij wijzen je op het privacy statement van Agrio Uitgeverij B.V.

Economie
  • Trends
  • Markt
  • Agribusiness
  • Maatschappij
Beleid
  • Politiek
  • Zuivel
Stal
  • Staltypen en inrichting
  • Automatisering
  • Melkwinning
Voer
  • Ruwvoer
  • Mengvoer en bijproducten
  • Weidegang
  • Bodem en bemesting
  • Gewas
  • Oogst
  • Voeren
Gezondheid
  • Aandoeningen
  • Medicijnen
  • Ziektepreventie
Fokkerij
  • Fokwaarden
  • Paringssystemen
  • Rassen/kruisen
  • Evenementen
Jongvee
  • Gezondheid
  • Huisvesting
  • Voeding
Mechanisatie
  • Voederwinning en bemesting
  • Voeren
  • Tractoren, shovels en verreikers
Melkvee.nl © 2025 - Uitgave van Agrio Uitgeverij B.V. - RSS | Privacyverklaring | Disclaimer | Algemene voorwaarden | Adverteren | Abonneren | Contact redactie | Klantenservice | Cookie instellingen
  • Nieuws
    • Home
    • Economie
      • Trends
      • Markt
      • Agribusiness
      • Maatschappij
    • Beleid
      • Politiek
      • Zuivel
    • Stal
      • Staltypen en inrichting
      • Automatisering
      • Melkwinning
    • Voer
      • Ruwvoer
      • Mengvoer en bijproducten
      • Weidegang
      • Bodem en bemesting
      • Gewas
      • Oogst
      • Voeren
    • Gezondheid
      • Aandoeningen
      • Medicijnen
      • Ziektepreventie
    • Fokkerij
      • Fokwaarden
      • Paringssystemen
      • Rassen/kruisen
      • Evenementen
    • Jongvee
      • Gezondheid
      • Huisvesting
      • Voeding
    • Mechanisatie
      • Voederwinning en bemesting
      • Voeren
      • Tractoren, shovels en verreikers
  • Marktcijfers
  • Video's
  • Dossiers
  • Kennispartners
  • Vakblad
    • Jaargangen
    • Verschijningsdata
    • Abonneren
  • Top
  • Evenementen
  • Praktijk
  • Het LeerErf
Top