We hebben geen ruimte te verliezen – en ook geen tijd

De beschikbare ruimte in de provincie is een vast gegeven. We kunnen er immers geen hectares bij toveren. In sommige provincies zijn er ambities waarbij er ruim 50 procent tekort aan ruimte is. In Noord-Holland is dit 27 procent. Om keuzes te maken en ook input van inwoners mee te nemen, is er een participatietour door de provincie georganiseerd. Zelf ga ik ook naar zo’n avond. Je mag drie blokjes pakken met verschillende thema’s en die op een grote kaart van Noord-Holland neerleggen. Zo heeft iedereen zijn of haar keuze zichtbaar op de kaart gelegd — met wat jij belangrijk vindt en in welke regio. Eén ding staat vast: de meningen zijn zeer divers.
Het gesprek komt op gang, en iemand merkt op dat er meer ruimte moet komen voor waterbuffering. Immers, zoetwater wordt schaars. Maar is dat ook echt zo? vraagt een akkerbouwer. Hij vertelt dat de neerslag juist is toegenomen. Mijn nieuwsgierigheid is gewekt. De akkerbouwer praat rustig verder en pleit juist voor meer aandacht voor beter waterbeheer. Dus niet standaard lozen, zoals we dat decennialang hebben gedaan, maar het water ook goed vasthouden.
Thuis zoek ik de cijfers van het KNMI op. En warempel, de akkerbouwer heeft gelijk. De neerslag tussen 1910 en 2022 is gelijkmatig gestegen: van 694 mm naar 875 mm per jaar. Dat is een toename van 26 procent. De grootste toename is te zien in de winter, maar ook de zomer laat een stijging van 16 procent zien en het najaar 18 procent. Het voorjaar blijft redelijk gelijk. Dus de boodschap moet niet zijn: ‘er dreigt een tekort aan water’. De boodschap moet zijn: slimmer omgaan met ons zoete water en zorgen voor een betere buffercapaciteit bij piekbuien, die inderdaad vaker voorkomen. En, met gezond verstand zeg ik erbij, uitzonderingen daargelaten. Uitzonderlijk droge of natte jaren zullen we altijd houden.
Terwijl ik deze column schrijf, komt het nieuws naar buiten dat het kabinet is gevallen. Wilders trekt de stekker eruit. Kan wel janken – wat een onrust brengt dit weer teweeg. Alles op alles gezet om de verkiezingsuitslag te respecteren en een ander geluid te laten horen. De ministers kwamen net op gang, waren ingewerkt, en er werd meer handen en voeten gegeven aan het hoofdlijnenakkoord. En dan: pats, boem.
Ik word er best moedeloos van – de beste stuurlui staan aan wal
Er was een duidelijke koers voor defensie, meer voortgang in de woningbouw met minder regels, goede stappen in het stikstofdossier. Ook met de nodige bezuinigingen – want de schatkist is nu eenmaal niet oneindig diep en gevuld. Alle maatregelen voor de korte termijn waren genomen. En nu doorpakken voor de lange termijn: kritische depositiewaarde (KDW) uit de wet, haalbare doelen voor alle sectoren. Tenminste, daar ging ik nog van uit. Nu ligt alles stil. Wat gaat dit betekenen? Ik krijg er kippenvel van. Wat betekent dit voor de sector? Eén ding weet ik zeker: veel onrust en onzekerheid.
Ondertussen gaan op sociale media de tongen los. Iedereen valt over elkaar heen en denkt te weten waarom het fout ging. Maar ze hebben geen idee wat er achter de schermen is gebeurd. Ik zit dichter bij het vuur en ken ook de andere kant van het verhaal. Ik word er best moedeloos van – de beste stuurlui staan aan wal.
We werken ons een slag in de rondte. Er moeten beslissingen genomen worden, knopen worden doorgehakt. Maar nu… In een coalitie zitten betekent ook dat je niet 100 procent je zin kunt krijgen. Het is geven en nemen. Het hoofdlijnenakkoord is dan de bijbel. Daar staat je handtekening onder, namens je partij. Eenzijdig dit openbreken, dat kan niet.
Gelukkig hoor ik wel dat de meeste ministers en staatssecretarissen doorwerken. Het land kan het zich niet permitteren om een half jaar stil te liggen tot aan de eventuele verkiezingen. Daarna volgen de onderhandelingen. We hebben geen keus — we moeten door. Er moeten knopen worden doorgehakt.
Ingrid de Sain,
Melkveehouder in Schellinkhout,
Fractievoorzitter BBB Noord-Holland,
Schrijft op persoonlijke titel.
Tekst: Ingrid de Sain
Beeld: Ellen Meinen