ZuivelNL wil naast diergezondheid ook dierenwelzijn in kaart brengen

De Gezondheidsdienst gaat boeren benaderen om (vrijwillig) mee te werken aan dit project. Veehouders die meewerken, geven toestemming aan de GD om de I&R-, MPR -, vruchtbaarheid en slachtgegevens te gebruiken. Aan de hand van deze gegevens ontwikkelt de GD een aantal kengetallen die het dierenwelzijn per bedrijf in beeld brengen.
Toetsing door bedrijfsbezoek
Voor het toetsen van de bruikbaarheid van de opgevraagde gegevens gaat de GD in de tweede fase van het project een aantal deelnemende bedrijven te bezoeken. Deze bezoeken vinden deze zomer plaats en worden vervolgd in de stalperiode van 2025-2026. Tijidens het tweede bedrijfsbezoek wordt bij maximaal 15 koeien bloed afgenomen voor onderzoek. Dit onderzoek is gericht op de negatieve energiebalans, mineralenhuishouding en eiwitvoorzieningen. De bevindingen van beide bedrijfsbezoeken worden door een dierenarts besproken met de bezochte melkveehouders.
Inspraak
In de derde en afsluitende fase krijgen deelnemende melkveehouders de kans mee te praten over de verdere ontwikkeling van de Continue WelzijnsMonitor. En over de wijze waarop de resultaten van het ontwikkelde instrument het beste teruggekoppeld kunnen worden aan veehouders.