NMI: ‘Mest scheiden in de stal levert meerwaarde’

Welk voordeel heeft het scheiden van mest aan de bron voor de landbouw wat betreft grasproductie, bodem, biodiversiteit en emissies en wat is de betekenis voor de praktijk? Daar is NMI ingedoken met het Louis Bolk Instituut, Kennis Transfer Centrum Zegveld, Boerderij Achtervennen en mogelijk gemaakt door het ministerie van LVVN en Europa.
De pilotpartners onderzochten of en hoe de urine- en fecesfracties van ‘mestscheiding aan de bron’ zowel bij opslag als na toediening in het veld meerwaarde opleveren aan verschillende ecosysteemdiensten zoals emissies, opbrengst, nutriëntenbenutting, bodem- en waterkwaliteit en biodiversiteit. Daarbij is ook de meerwaarde van verschillende toevoegmiddelen en verwerkingsmethoden inclusief de uitvoerbaarheid in de agrarische praktijk onder de loep genomen.
Voordelen mestscheiding
Een betere N-benutting leidt volgens de NMI tot hogere opbrengsten, minder verliezen en een strategische toepassing op het land. Die voordelen kunnen worden bereikt met scheiding aan de bron, met daaraan gekoppeld een effectieve en werkbare reductie van de ammoniakemissie uit de urinefractie.
Dit vraagt echter om een extra inspanningen van de veehouder, zo concluderen de onderzoekers. Na scheiding zijn voor zowel de urine- als de fecesfractie extra werkstappen nodig om de potentiële meerwaarde ook daadwerkelijk te benutten. Alle werkstappen vragen (minimaal) om een eenmalige investering en om terugkerende arbeids-, materiaal- en onderhoudskosten en veel doorzettingsvermogen en vakmanschap.
Stalsystemen met scheiding aan de bron zijn veelal (nog) niet praktijkrijp om breed in te zetten door de praktische investeringen die nodig zijn. Lokaal kunnen deze vloeren echter van grote meerwaarde zijn. Door het in potentie grote voordeel van lagere ammoniakemissies kan dit stalsysteem bijvoorbeeld gericht worden ingezet in bufferzones rond Natura2000-gebieden.
Toekomst van mestscheiding
Naar de toekomst biedt mest scheiden aan de bron mogelijkheden voor verdere verwaarding indien de urinefractie een ReNure-status krijgt, luidt het advies van NMI. Deze wordt daardoor niet langer als dierlijke mest gezien in de mestboekhouding. Ook het verwaarden van de dikke fractie na een extra mechanische scheiding, eventueel na vergisten, biedt perspectief. Het verbeteren van de bodemkwaliteit en benutting van nutriënten en organische stof door een bemestingsplan 2.0 is een derde mogelijkheid om gescheiden fracties verder te verwaarden.
Een belangrijke aanbeveling voor het beleid is: steun pionierende boeren langjarig in hun innovaties. Hun werk is van belang voor andere ondernemers die deze stap willen maken, en om belangrijke maatschappelijke doelen rond onder meer stikstof te halen door deze in de praktijk te onderzoeken. Het NMI stelt verder: zet in op de ReNure-status van de aangezuurde urinefractie van scheidingsvloeren met een hoog scheidingsrendement.
Bemestingsplan 2.0
Qua onderzoek en ontwikkeling is aandacht nodig voor technische oplossingen in de stal: de urinefractie moet verzuurd of aangezuurd worden en de dikke fractie moet stapelbaar worden gemaakt door het toevoegen van organische stof of door extra mechanische scheiding. Ecosysteemdiensten van bodem en water veranderen langzaam waardoor onderzoek naar langjarige effecten nodig is. Een andere aanbevling van het NMI is: ontwikkel bemestingsplan 2.0 om verschillende (opgewaardeerde) mestfracties optimaal in te zetten in tijd en ruimte afhankelijk van bodem en gewas.
Beeld: Natasja Beverloo
Bron: NMI