
Slimme afrastering zonder stress: koeien doen het prima met GPS-halsband

Draadloos weiden – ook wel virtuele afrastering genoemd – wordt gezien als een kansrijke techniek voor de toekomst van de melkveehouderij. Het systeem werkt met GPS-halsbanden die de koe via geluid en eventueel een lichte stroomstoot binnen de grenzen van een virtueel perceel houden.
Deze techniek kan arbeid besparen en het weiland flexibeler en efficiënter beheren. Dat maakt het aantrekkelijk voor melkveehouders die meer willen weiden, maar daarbij tegen praktische knelpunten aanlopen, zoals tijdsdruk of lastige perceelindelingen. Daarnaast kan het bijdragen aan doelen op het gebied van stikstof, klimaat en biodiversiteit, zeker in veenweidegebieden waar weidegang gunstig kan uitpakken voor broeikasgasemissies.
Halsband van 1,5 kilo
Het onderzoek moest duidelijk maken of draadloos weiden praktisch werkbaar is én of het geen nadelige gevolgen heeft voor het welzijn van de koeien. Om dat te bepalen, werden op Dairy Campus in Leeuwarden 64 lacterende melkkoeien verdeeld over vier groepen: twee met fysieke afrastering en twee met draadloze afrastering. Binnen beide systemen werd ook onderscheid gemaakt tussen dagelijks en wekelijks omweiden.
De koeien werden geweid op twee percelen met een oppervlakte van 6,1 en 7,1 hectare. De halsbanden voor het systeem hadden een gewicht van 1,5 kilo inclusief batterij. De koeien in het perceel met fysieke afrastering kregen een dummyhalsband van hetzelfde gewicht.
De koeien kregen GPS-halsbanden van Nofence. Bij benadering van een ingestelde grens op 1 meter afstand gaf de halsband eerst een geluidssignaal. Reageerde de koe daar niet op, dan volgde na een reeks tonen een stroomimpuls, vergelijkbaar met die van schrikdraad. Wanneer een koe de geluidssignalen negeerde, ontving ze maximaal 3 schokken in korte tijd. Daarna werd de koe als ontsnapt aangeduid en werden er geen signalen meer gegeven.
Speciale leermodus
Voor de draadloos geweide groepen werden de koeien in vier groepen eerst getraind om het systeem te leren kennen. Daarbij stonden de koeien in een weiland met fysieke afrastering, waarin de virtuele grens dagelijks verder naar binnen werd geplaatst. Zo leerden de dieren stap voor stap omgaan met het systeem. De halsband werkte in een speciale leermodus, waardoor het signaal eerder werd onderbroken. De meeste koeien leerden snel reageren op het geluid en vermeden stroomstoten. Daarna begon de onderzoeksperiode van vier weken.
De koeien kregen tijdens het onderzoek overdag toegang tot weilanden van verschillende groottes, afhankelijk van de behandeling. Koeien in de dagelijks omweiden-groep hadden steeds 0,17 hectare tot hun beschikking. Elke dag werd de virtuele of fysieke afrastering verplaatst, waardoor ze 0,085 hectare vers gras bijkregen. De andere helft was gras van de dag ervoor. In de wekelijks omweiden-groep kregen de koeien wekelijks een nieuw perceel van 0,5 hectare. De hoeveelheid gras was afgestemd op een verwachte opname van 8 kg droge stof per koe per dag. De koeien werden twee keer per dag met een interval van 11 tot 13 uur gemolken.
Cortisolmetingen
Gedurende de proef werd onder meer gekeken naar voeropname, melkproductie, gedrag en stressniveaus (via cortisolmetingen in haar en melk). Ook werd het aantal geluidssignalen en stroomstoten uit de halsbanden geregistreerd om het leerproces van de koeien te volgen.
De koeien leerden snel omgaan met de draadloze afrastering, concluderen de onderzoekers. Het aantal elektrische schokken daalde gedurende de proef, terwijl het aantal geluidssignalen toenam. Dit wijst erop dat koeien het systeem gingen herkennen en op tijd reageerden. De onderzoekers zagen vooral bij de dagelijks omweidende koeien dat deze vaker bewust de grens opzochten, zonder een schok te krijgen. Dit duidt mogelijk op meer vertrouwen of motivatie om naar vers gras te gaan. In de laatste proefweek van het onderzoek kregen koeien gemiddeld 0,18 schokken per dag. Dit lage gemiddelde komt doordat veel koeien helemaal geen elektrische schokken kregen, stellen de onderzoekers.
Stabiel in vreetgedrag
Er werden geen negatieve effecten gevonden op dierenwelzijn. De gedragsmetingen en cortisolwaarden verschilden niet tussen de groepen met fysieke en draadloze afrastering. Ook de melkproductie, lichaamsgewicht en totale voeropname lieten geen significante verschillen zien.
Wel zagen de onderzoekers kleine verschillen in gedrag tussen de groepen, maar die waren vooral gerelateerd aan het beweidingssysteem (dagelijks of wekelijks), niet aan het type afrastering. Koeien die wekelijks werden omgeweid, namen gemiddeld iets meer gras op dan de dagelijks omweidende koeien. Bij dagelijks omweiden werd het gras wel intensiever benut, maar de totale opname was lager door de kleinere oppervlakte. Qua gedrag bleven koeien bij wekelijks omweiden stabiel in hun vreetgedrag, terwijl dit bij dagelijks omweiden iets afnam.
Onderzoek naar langetermijneffecten
Volgens de onderzoekers is draadloos weiden een werkbare techniek die zonder nadelige gevolgen voor de koe ingezet kan worden. Zowel bij dagelijks als wekelijks omweiden kunnen koeien goed leren omgaan met de virtuele grenzen.
Voor praktijktoepassing is het belangrijk om rekening te houden met een goede trainingsfase. Ook adviseren de onderzoekers om vervolgonderzoek te doen naar langetermijneffecten en naar mogelijke positieve effecten op dierenwelzijn, arbeidsgemak en grasbenutting.
Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Veenweiden Innovatiecentrum en gefinancierd door het ministerie van Landbouw in het kader van het project ‘Dynamisch draadloos weiden’. Het volledige rapport is te downloaden via Wageningen Livestock Research.

Tekst: Stefan Buning
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in de Achterhoek. Sinds 1998 werkzaam als redacteur bij Agrio. Als chef Melkvee is hij samen met zijn team verantwoordelijk voor het kritisch volgen van alles wat er in en om de melkveehouderij in Nederland gebeurt.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Wageningen Livestock Research