
Meststrippen
Erik Witteveen over meststrippen: “Wat wij hebben, is iets op zichzelfstaands.”

“Mest is echt mijn ding”
Waar vader Anno zich verdiept in de details van de projecten, houdt Erik zich bezig met de melkkoeien. Ideeën om meer zelfvoorzienend te worden, komen van beiden. Over het meststrippen vertelt Erik: We hadden ons al verdiept in het strippen van de mest en waren in contact met een leverancier. Aan de hand van dit contact hadden we de subsidie al rond. Ik ben via bekenden meegegaan naar een open dag bij melkveehouder Schuurmans in Wergea die de installatie al had draaien.” Tijdens deze dag ontmoette Erik Sven Mommers van FarmCubes waardoor hun keuze van leverancier in, wat hij zelf de ‘mestkraker’ noemt is veranderd. “Bij het woord stripper hebben we hier in de regio andere associaties - lastig uit te leggen,” lacht hij.
De hoge kunstmestprijzen en de stille hoop op de erkenning van Renure - een richtlijn voor het gebruik van teruggewonnen nutriënten uit mest - vormden de aanleiding voor de investering. “Maar de echte reden? We willen gewoon onze eigen dierlijke mest in de grond zetten.”
Geen kunstmest meer
In het eerste jaar draaide de kraker nog op loog, maar sinds de komst van de monomestvergister kan de eigen mest worden vergist zonder chemische toevoegingen. De warmte die vrijkomt bij de monomestvergister, wordt slim hergebruikt als energiebron voor de kraker.
Die warmte is nodig om de ammoniak effectief uit de mest te halen. Zo ontstaat een gesloten systeem waarin het biogas stroom en warmte oplevert, de warmte het krakerproces aandrijft, en de kraker uiteindelijk een kunstmestvervanger produceert voor op het land. “Sindsdien kopen we geen kunstmest meer in.”
Precisiebemesting en kwaliteit van de kuil
Erik rijdt de drijfmest uit met de spaakwielbemester, maar daar komt verandering in. Hij heeft plannen om vanaf de zomer via een extra tank op de bemester ammoniumsulfaat (ASL) toe te voegen aan de drijfmest. Dat alles gaat dan GPS-gestuurd en plaats specifiek. De eigen gekraakte mest werkt snel, merkt hij. “Je ziet het meteen als je een stukje vergeet met ASL – dat blijft gewoon geel.” Ook over de kwaliteit van de kuil is hij tevreden: “We zijn nog maar een jaartje bezig, maar ik kan nu al zeggen dat onze kuilen gewoon goed zijn. Niet minder dan voorgaande jaren.”
Zelfvoorzienend
De keuze voor de mestkraker van FarmCubes sluit aan bij Witteveens wens om zoveel mogelijk zelfvoorzienend te ondernemen. “Het alternatief, groen gas vergister, is een dure installatie die boeren vaak samen aangaan. Het gas verzamelen, opwaarderen en op het net zetten, dat gebeurt allemaal in samenwerking. Wat wij nu hebben, is iets opzichzelfstaand. Je wekt je eigen warmte en stroom op. Je hebt daar geen ander voor nodig.”
Ook in de stallen wordt geïnvesteerd. Begin dit jaar stapte het bedrijf over op melkrobots, wat meteen resultaat opleverde: “We hadden gedacht dat we er meer werk mee zouden hebben, maar het gaat ons heel gemakkelijk af. We melken nu drie keer per dag in plaats van twee. De productie ging van 30 naar 34 liter per koe – dat is 10% meer.”
Cijfers en terugverdientijd
De totale investering in de mestkraker en monomestvergister, inclusief rente, bedraagt €550.000. Jaarlijks wekt de installatie 450.000 kilowatt aan biogas op, waarvan de helft wordt ingezet voor stroom (voor eigen gebruik en levering) en de andere helft voor warmte (voor de mestkraker). Dankzij de SDE-regeling ontvangt de familie Witteveen voor de opgewekte kilowattuur stroom jaarlijks een vergoeding van €90.000. Daarnaast besparen ze ongeveer €25.000 op stroom en €15.000 op kunstmest, doordat ze hun eigen ammoniumsulfaat gebruiken. Op basis van de vergoeding via de SDE-regeling verwacht Erik de investering in ruim zes jaar terug te verdienen.
Toekomst
Over vijf jaar wil Erik de boerderij volledig overnemen. Tot die tijd liggen er nog genoeg ideeën op de plank om samen met zijn vader op te pakken, zoals een loods voor voeropslag en -bewerking, en misschien zelfs eigen krachtvoer produceren voor eigen gebruik.
De grilligheid van de overheid botst soms met de gedreven, vooruitstrevende mentaliteit van vader en zoon. “Tja, je denkt er even over na, maar uiteindelijk doe je gewoon wat nodig is. Wij willen zelfvoorzienend zijn, en onze eigen mest kraken.” Dat Renure nog steeds niet erkend is, vindt Erik jammer. “Het komt maar niet van de grond. Maar áls het zover is, hebben wij het al staan.”
Tekst: Marloes ten Oever
Beeld: Ellen Meinen